Allochtonen lopen meer risico om vroegtijdig te overlijden dan autochtone Nederlanders, maar dat verschil wordt snel kleiner. Vooral onder zuigelingen is de sterfte bij niet-westerse allochtonen nog veel hoger schrijft Wereldjournalisten. Tussen 2002 en 2006 was de sterfte onder niet-westerse zuigelingen nog een kwart tot een derde hoger dan onder autochtone baby’s. Ook bij jonge kinderen bleef het verschil groot. Deze hogere sterfte is voor een deel toe te schrijven aan de zwakkere economische positie van deze migranten.
Uit eerder onderzoek blijkt dat Surinaamse en Antilliaanse baby’s oververtegenwoordigd zijn in de sterftecijfers van baby’s die al in de eerste week na de geboorte overlijden. De sterfte vanaf vier weken na de geboorte is vooral verhoogd bij Turkse en Marokkaanse baby’s. De kinderen hebben een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen, blijkt uit onderzoek uit 2004 en 2006.
Antilliaanse, Surinaamse en Turkse kinderen hebben meer kans op wiegendood. Volgens onderzoek uit 1999 en 2002 komt dat vooral doordat de risicofactoren voor wiegendood, zoals dekbedden en meeroken, minder bekend zijn.