De telefoon staat roodgloeiend bij het steunpunt voor remigranten in het Marokkaanse Berkane. Het is weer zomer, vandaar. Er wordt hulp geboden aan vrouwen wier man ervandoor is, maar ook aan teruggekeerde Marokkanen die onbegrijpelijke ambtelijke brieven uit Nederland ontvangen. Alleen: hoelang kan die hulp nog worden geboden?
Meryam barst in huilen uit als ze vertelt hoe slecht haar echtgenoot haar en hun kinderen het afgelopen jaar behandelde. Sinds enkele weken is ze in Marokko, waar haar echtgenoot haar bij haar moeder heeft achtergelaten. Hij heeft Meryams verblijfsvergunning en de paspoorten van de kinderen bij zich gehouden, zodat zij het land niet meer kan verlaten.
Achter haar rug om heeft hij zowel in Nederland als in Marokko de scheiding in werking gezet. Op deze manier probeert hij zich zonder al te veel sores van zijn vrouw te ontdoen. Maar Meryam zat ook niet stil; ze ging op zoek naar hulp: ‘Een kennis van mijn zwager vertelde me over het steunpunt voor remigranten in Berkane, en bij de Nederlandse ambassade werd me ook aangeraden om contact met het steunpunt op te nemen.’
Bij Stichting Steunpunt Remigranten (SSR) in Berkane is de afgelopen jaren veel expertise opgebouwd over ‘achtergelaten vrouwen’, zoals deze groep in hulpverlenersjargon wordt genoemd. Meryam is namelijk niet de enige vrouw in deze situatie, in Berkane ontvangen ze elk jaar tussen de 30 en 40 meldingen, vooral in de zomermaanden.
De arbeidsintensieve dossiers van achtergelaten vrouwen vragen veel tijd en aandacht. Consulente Rachida El Boundati legt uit hoe gecompliceerd de zaak van Meryam is …
Meer is hier verder te lezen.